boomkangoeroes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomkangoeroes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomkɑŋɣəˌrus / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.kɑn.χəˌrus/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɑn.ɣəˌrus/
Woordafbreking
- boom·kan·goe·roes
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en kangoeroes zn
- boomkangoeroe zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkangoeroes | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boomkangoeroes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boomkangoeroe
- meervoudsvorm als officiële benaming (buideldieren) Dendrolagus een geslacht van voornamelijk in bomen levende kangoeroes. Boomkangoeroes leven voornamelijk in de tropische regenwouden van Nieuw-Guinea, Noord-Queensland (Australië) en nabijgelegen eilanden
Hyperoniemen
Hyponiemen
- bennettboomkangoeroe, bruine boomkangoeroe, doriaboomkangoeroe, goodfellowboomkangoeroe, goudmantelboomkangoeroe, grijze boomkangoeroe, lumholtzboomkangoeroe, matschieboomkangoeroe
Gangbaarheid
- Het woord boomkangoeroes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Buideldieren in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal