bondsregering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bonds·re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bondsregering bondsregeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bondsregeringv

  1. (politiek) de federale regering van een bondsrepubliek
     Het veiligheidskabinet van de bondsregering is vanochtend bijeengekomen voor spoedoverleg over de aanslag en de gevolgen ervan. Merkel was daarbij aanwezig.[2]
     De Duitse bondsregering heeft tot nu toe geen bijeenkomsten verboden, maar overweegt dat wel. De uitspraken van Erdogan over 'nazi-praktijken' leidden tot veel woede. Dit weekend beschuldigde de Turkse president bondskanselier Merkel zelfs persoonlijk van nazi-methoden. "Onacceptabel en hij moet er onmiddellijk mee stoppen", zei Merkel meermaals.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “Merkel: weerzinwekkend als dader echt vluchteling is” (Dinsdag 20 december 2016, 11:14), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “Ook geen Turkse campagne meer in Duitsland” (Dinsdag 21 maart 2017, 16:12), NOS