bondslidmaatschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bonds·lid·maat·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bondslidmaatschap bondslidmaatschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bondslidmaatschapo

  1. het lid zijn van een sportbond of vakbond
     Zo kunnen scheidsrechters gratis rechtshulp krijgen wanneer ze bijvoorbeeld aangifte doen tegen een speler, en wil het kabinet dat er hogere straffen geëist worden tegen agressieve spelers. Vorige maand werd de eerste amateurvoetballer volgens de nieuwe regels harder gestraft. Zijn bondslidmaatschap werd afgenoemn omdat hij, als toeschouwer, een assisent-scheidsrechter had geslagen.[1]
     De bond heeft een lid van een Rotterdamse voetbalclub het bondslidmaatschap afgenomen. De man had tijdens een vriendschappelijke wedstrijd waar hij toeschouwer was, een assistent-scheidsrechter geslagen.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Documentaire toont spagaat scheidsrechters” (Maandag 21 november 2011, 14:32), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Eerste amateurvoetballers harder gestraft” (Vrijdag 2 september 2011, 18:54), NOS