blusten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blusten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblʏstə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- blus·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afblussen |
blusten (…) af
- meervoud verleden tijd van afblussen
- Wij blusten af.
- Jullie blusten af.
- Zij blusten af.
- Wij blusten af.
Gangbaarheid
- Het woord blusten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.