blijft thuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blijft thuis
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
thuisblijven

blijft (…) thuis

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven
    • Jij blijft thuis. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven
    • Hij blijft thuis. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van thuisblijven
    • Blijft thuis! 

Gangbaarheid