blauwvleugelminla
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- blauw·vleu·gel·min·la
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauwvleugel zn en minla zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwvleugelminla | blauwvleugelminla's |
verkleinwoord | blauwvleugelminlaatje | blauwvleugelminlaatjes |
Zelfstandig naamwoord
blauwvleugelminla
- (zangvogels) Actinodura cyanouroptera een zangvogel uit de familie Leiothrichidae . Deze soort telt 8 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'blauwvleugelminla' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.