blauwvleugelgans
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- blauw·vleu·gel·gans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauwvleugel zn en gans zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwvleugelgans | blauwvleugelganzen |
verkleinwoord | blauwvleugelgansje | blauwvleugelgansjes |
Zelfstandig naamwoord
- (eendvogels) Cyanochen cyanoptera een vogel uit de familie Anatidae . De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1845 door Rüppell
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'blauwvleugelgans' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.