blauwgrijze muggenvanger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

foto J.Folmer Cedar Point NC juni 2003
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • blauw·grij·ze mug·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwgrijze muggenvanger blauwgrijze muggenvangers
verkleinwoord blauwgrijs muggenvangertje blauwgrijze muggenvangertjes

Zelfstandig naamwoord

de blauwgrijze muggenvangerm

  1. (zangvogels) Polioptila caerulea op Wikispecies een lid van de familie van de muggenvangers (Polioptilidae). Kenmerkend zijn de witte onderstaart en de witte randen van de bovenstaart. Het mannetje heeft in de broedtijd een dunne wenkbrauwstreep. Hij is het best te herkennen aan zijn gezang, een scherp sjrpieuw-sjprieuw. De lichaamslengte bedraagt 11 tot 13 cm
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie