bizar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bi·zar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grillig, vreemd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1616 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bizar | bizarder | bizarst |
verbogen | bizarre | bizardere | bizarste |
partitief | bizars | bizarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bizar
- niet op de normale manier, heel vreemd
- - De scheepsramp met de badeendjes was een heel bizar ongeluk.
- - Hij is een heel bizarre man, maar ondertussen wel een van de bekendste schrijvers van Nederland.
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bizar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bizar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |