zonderling
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zonderling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zon·der·ling
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vreemd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1605 [1]
- Afgeleid van het verouderde zonder (ongewoon) met het achtervoegsel -ling
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zonderling | zonderlinger | zonderlingst |
verbogen | zonderlinge | zonderlingere | zonderlingste |
partitief | zonderlings | zonderlingers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zonderling
- bij alle anderen bevreemding opwekkend
- Hij maakte een zonderlinge indruk.
Synoniemen
Vertalingen
1. bij alle anderen bevreemding opwekkend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonderling | zonderlingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zonderling m
- iemand die los van de samenleving leeft en bevreemding opwekt
- Hij is altijd al een beetje een zonderling geweest, maar nu is het wel heel erg geworden.
Gangbaarheid
- Het woord zonderling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zonderling" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %