binnenvisserij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·vis·se·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenvisserij binnenvisserijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de binnenvisserijv

  1. (visserij) visserij die plaatsvindt op de binnenwateren
     Landelijk gezien moeten er keuzes worden gemaakt over de waterverdeling tussen sectoren als scheepvaart, landbouw, natuur, industrie, waterrecreatie en binnenvisserij. De drinkwatervoorziening loopt nog geen gevaar. Wel adviseert de Unie van Waterschappen iedereen zuinig met water om te gaan. Het dringende verzoek is om niet de tuin te sproeien op drukke momenten, maar een echt verbod is niet nodig.[2]
     Bij fase 2, waar we nu in zitten, wordt het wat spannender. Dan is er "sprake van een feitelijk watertekort", staat in het draaiboek. Landelijk gezien moeten er nu keuzes worden gemaakt over de waterverdeling tussen sectoren als scheepvaart, landbouw, natuur, industrie, waterrecreatie en binnenvisserij. De drinkwatervoorziening loopt nog geen gevaar.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Watertekort in heel Nederland, maar voorziening drinkwater niet in gevaar” (Donderdag 2 augustus 2018, 13:00), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron
    Wim Kopinga
    “Een watertekort in Nederland, dit betekent het” (Donderdag 2 augustus 2018, 20:56), NOS