Naar inhoud springen

binnenhuis

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 12:38 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
  • bin·nen·huis
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenhuis binnenhuizen
verkleinwoord binnenhuisje binnenhuisjes

binnenhuis o [1]

  1. het binnenste van een huis
  2. schildering van het interieur van een huis, van een huiselijk tafereel
88 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[2]