biljarter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bil·jar·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van biljarten met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biljarter | biljarters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de biljarter m
- (sport) iemand die het biljartspel speelt
- De Nederlandse biljarter maakte in een partij voor de teamcompetitie in de Bundesliga 40 caramboles in 4 beurten: een gemiddelde van 10.00. 'Magisch', zo omschreef de Nederlandse biljartbond de unieke prestatie van Jaspers in het driebanden.[1]
- De Urkse biljarter mag, vanwege zijn geloof, niet op zondag biljarten en kan daarom niet deelnemen aan KNBB-finales die vrijwel altijd op zondag worden gespeeld. Het college vroeg de biljartbond deze discriminatie op te heffen.[2]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord biljarter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "biljarter" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ de Telegraaf 21 jan. 2018
- ↑ de Telegraaf 19 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be