bijlzalmen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Carnegiella strigata (gemarmerde bijlzalm)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bijl·zal·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijlzalmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bijlzalmenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijlzalm
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Gasteropelecidae op Wikispecies van straalvinnige vissen uit de orde van karperzalmachtigen (Characiformes op Wikispecies). De vissen komen voor in Zuid-Amerika en worden vaak in aquaria gehouden, met name G. sternicla op Wikipedia (nl) en de gemarmerde bijlzalm
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie