bicepsblessure

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·ceps·bles·su·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bicepsblessure bicepsblessures
bicepsblessuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bicepsblessurev

  1. (medisch) verwonding van de spier in de bovenarm die de onderarm beweegt, of de spier in het bovenbeen die het onderbeen beweegt
     Alleen de bicepsblessure van Rianne zou roet in het eten kunnen gooien.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 maart 2024 Weblink bron Alleen de bicepsblessure van Rianne zou roet in het eten kunnen gooien. in: Limburgsch Dagblad, jrg. 66 nr. 218 (14 september 1984), Uitgeversmaatschappij Limburgs Dagblad, Heerlen, p. 27 kol. 7