bezoekersvisum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zoe·kers·vi·sum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoekersvisum bezoekersvisums
bezoekersvisa
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bezoekersvisumo

  1. toestemming om tijdelijk als bezoeker of toerist in een land te verblijven
     Boochani kreeg in november vorig jaar een bezoekersvisum in Nieuw-Zeeland, om daar te spreken op een literair festival. Maar nadat het visum verliep, bleef hij in de stad Christchurch.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Vluchteling die boek schreef over Australische kampen krijgt asiel in Nieuw-Zeeland” (Vrijdag 24 juli 2020, 19:03), NOS