bezoekersruimte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zoe·kers·ruim·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoekersruimte bezoekersruimten
bezoekersruimtes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bezoekersruimtev

  1. ruimte in een gebouw waar men bezoekers kan ontvangen
     Toen ze elkaar ontmoetten in de kale bezoekersruimte en de bewakers de deur aan de buitenkant sloten, maakten de gevangene en zijn vertegenwoordiger eerst tamelijk insinuerende grapjes over de grote interesse van de aanklagers voor de achterwerken van anderen.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496