bezoekersruimte
Uiterlijk
- be·zoe·kers·ruim·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezoekersruimte | bezoekersruimten bezoekersruimtes |
verkleinwoord |
de bezoekersruimte v
- ruimte in een gebouw waar men bezoekers kan ontvangen
- ▸ Toen ze elkaar ontmoetten in de kale bezoekersruimte en de bewakers de deur aan de buitenkant sloten, maakten de gevangene en zijn vertegenwoordiger eerst tamelijk insinuerende grapjes over de grote interesse van de aanklagers voor de achterwerken van anderen.[1]
- Het woord bezoekersruimte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496