berceau
- ber·ceau
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | berceau | berceaus |
verkleinwoord | - | - |
- een pad waarbij aan beide zijden heggen staan, die aan de bovenzijde met elkaar zijn verbonden, zodat een soort tunnel ontstaat
- prieel
- (gereedschap) halfcylindervormig werktuig, waarmee een gepolijste koperen plaat ruw gemaakt wordt
- [1] loofgang
- Het woord berceau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "berceau" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ berceau op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be