benjamin
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ben·ja·min
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Hebreeuws, in de betekenis van ‘jongste zoon’ voor het eerst aangetroffen in 1649 [1]
- Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm), letterlijk: ontlening aan 'Benjamin' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benjamin | benjamins |
verkleinwoord | benjaminnetje | benjaminnetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) jongste of jongere in een gezin, kring, gezelschap of vereniging
- (Jiddisch-Hebreeuws) lieveling, troetelkind
Gangbaarheid
- Het woord benjamin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'benjamin' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %