troetelkind
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: troetelkind (hulp, bestand)
Woordafbreking
- troe·tel·kind
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van troetel ww en kind [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | troetelkind | troetelkinderen |
verkleinwoord | troetelkindje | troetelkindjes |
Zelfstandig naamwoord
het troetelkind o
- buitengewoon geliefkoosd persoon
- (figuurlijk) gekoesterd voorwerp of idee
Gangbaarheid
- Het woord troetelkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "troetelkind" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be