beklimming

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

beklimming van een rotswand
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klim·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beklimming beklimmingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beklimmingv

  1. de keer dat iets beklommen wordt
    • Philippe Gilbert is zondag na een indrukwekkende solo winnaar geworden van de Ronde van Vlaanderen. De Belg ging bij de eerste beklimming van de Oude Kwaremont, op 55 kilometer van de meet, op avontuur en werd niet meer bijgehaald. De Nederlander Niki Terpstra eindigde als derde.[2] 
     De naam van de finishplek klinkt idyllisch, maar het is een gemene beklimming van 7 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,7 procent, en op het einde een onverharde sectie. Het klassement zal worden opgeschud.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Jorg Leijten 2 april 2017
  3. Bronlink Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be