bejaging
Uiterlijk
- be·ja·ging
- naamwoord van handeling van bejagen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bejaging | bejagingen |
verkleinwoord |
de bejaging v
- de jacht, het jagen op iets of iemand
- ▸ Wel gaat de provincie onderzoeken of maatregelen genomen kunnen worden tegen de toename van watervogels op recreatieplassen. "Dat is niet eenvoudig, want de faunawet laat bejaging niet toe.[2]
- ▸ De afnemende variatie in erfelijk materiaal heeft tot gevolg dat genetische afwijkingen, zoals de aanleg voor bepaalde ziektes, vaker van generatie op generatie worden doorgegeven. De oorzaak is volgens de onderzoekers een 'genetische bottleneck' die zich voordeed in de jaren veertig van de vorige eeuw, toen de populatie van 's werelds grootste roofkat door bejaging en vernietiging van de natuurlijke leefomgeving was afgenomen tot slechts dertig à veertig dieren[3]
- Het woord bejaging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bejaging" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Vogelpoep en blauwalg bedreigen zwemplassen” (22-07-2009), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Tijger dreigt slachtoffer te worden van 'genetische bottleneck'” (28-02-2011), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be