behoudens
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·hou·dens
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
- Genitief van het werkwoord behouden.
Voorzetsel
behoudens
- behalve
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord behoudens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "behoudens" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |