behoeden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·hoe·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
behoeden |
behoedde |
behoed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
behoeden
- overgankelijk iemand ~ voor voor een gevaar beschermen
- Dat behoedde de economie voor een ineenstorting.
- God zal je behoeden, wenste de vader zijn dochter toe toen ze op kamers ging wonen.
- wederkerend zich ~ voor zorgen dat men een fout vermijdt
- Hij behoedde zich ervoor daarover al te veel te zeggen.
Gangbaarheid
- Het woord behoeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behoeden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %