beestachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beest·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beestachtig beestachtiger beestachtigst
verbogen beestachtige beestachtigere beestachtigste
partitief beestachtigs beestachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

beestachtig

  1. zo slecht dat het niet meer menselijk is maar als van een beest
    • Genocide is beestachtig gedrag dat juist heel menselijk is. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen