bedrijfsterrein

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bedrijfsterrein
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·ter·rein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfsterrein bedrijfsterreinen
verkleinwoord bedrijfsterreintje bedrijfsterreintjes

Zelfstandig naamwoord

het bedrijfsterreino

  1. (aardrijkskunde) (economie) afgegrensd stuk land waarop fabrieken en andere ondernemingen gehuisvest zijn
     Tjong Kim Sang is het namelijk niet eens met de redenering van het Openbaar Ministerie dat de brandstichters ervan uit moesten gaan dat in truckcabines wordt geslapen. Ze zei dat camerabeelden van het bedrijfsterrein haar in haar opvatting hebben versterkt. ,,Het is een afgesloten bedrijfsterrein. Ook getuigen in de buurt zeggen dat in de cabine slapen niet meer gebeurde.”[1]
     Het is niet duidelijk hoe de pakketten met harddrugs op het bedrijfsterrein in Roosendaal terecht zijn gekomen.[2]
     Onze onstuitbare behoefte pakjes, boodschappen en maaltijden aan de deur te laten bezorgen, leidt tot gouden opbrengsten voor logistieke bedrijfsterreinen in de stad.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 oktober 2021 Weblink bron
    Frank Timmers
    “Verdachten brandstichting truck met slapende Jos Lambregts staan elkaar naar het leven” (31-08-2021), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 oktober 2021 Weblink bron “Personeel transportbedrijf Roosendaal vindt 750 kilo cocaïne” (16-01-2021), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 29 oktober 2021 Weblink bron
    Herman Stil
    “300 miljoen voor Amsterdams distributiecentrum, de prijs voor onze thuisbezorgmanie” (16 augustus 2021), Het Parool