bedrijfsbezetting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·be·zet·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfsbezetting bedrijfsbezettingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfsbezettingv

  1. (economie) aantal personeelsleden dat werkzaam is in een bedrijf
  2. (politiek) actiemiddel waarbij het personeel een bedrijf afsluit voor de eigenaren en de directie
     Een lagere rechter verbood die actie omdat het een 'onaangekondigde bedrijfsbezetting' was. De zaak kwam daarna bij het gerechtshof in Amsterdam en die oordeelde ook dat het voor Abvakabo FNV verboden was een onaangekondigde actie te organiseren.[2]
     Het jaar dat het zilvergeld uit Nederland verdween. Maar andere gebeurtenissen maken veel meer indruk. De gijzeling van Israëlische sporters op de Olympische Spelen in München schokt de hele wereld. De gijzeling eindigt in een bloedbad. In Nederland is er enorme ophef over de mogelijke vrijlating van drie oorlogsmisdadigers uit de Tweede Wereldoorlog: de 'drie van Breda'. Maar er zijn ook heuse rassenrellen in Rotterdam. Nederlandse jongeren belagen Turken. Na een week keert de rust pas terug in de Afrikaanderwijk. Het kabinet Biesheuvel valt en de ENKA-fabriek wordt bezet: de eerste bedrijfsbezetting in Nederland. Dit is het jaar 1972, door de ogen van het NOS Journaal.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2023 Weblink bron “Staken wordt makkelijker door uitspraak Hoge Raad” (Vrijdag 19 juni 2015, 17:32), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2023 Weblink bron “Het jaaroverzicht van 1972” (Zondag 19 december 2010, 08:39), NOS