bazuint rond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·zuint rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondbazuinen

bazuint (...) rond

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondbazuinen
    • Jij bazuint rond. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondbazuinen
    • Hij bazuint rond. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rondbazuinen
    • Bazuint rond!