basspel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bas·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basspel basspellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het basspelo

  1. (muziek) spel op een basinstrument, muziekstuk met lage tonen
    • I don't know is een contemplatieve pianoballade, met de kenmerkende akkoordwisselingen en basspel waar McCartney patent op heeft. Ik zie kraaien voor het raam, honden voor de deur. Ik denk dat ik het niet meer aan kan, wat doe ik verkeerd?, zingt hij melancholisch. Het nummer heeft iets weg van I want to come home, de thema-song die hij schreef voor de Robert de Niro-film Everybody's Fine uit 2009. [1] 
    • Ergo: een vernieuwer op het scherp van de snede zal de Kameroener wel nooit worden. Tot zover het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat ook dit album weer uit zijn voegen barst van zijn fabuleuze basspel, onweerstaanbare grooves en magische vocalen. Dat maakt de blues volgens Bona toch weer tot een opbeurende, bijna vrolijke aangelegenheid. [2] 

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Tubantia David Bremmer 21-06-18 Alleen vocaal zit er sleet op Paul McCartney
  2. HP de Tijd 06/11 | 2009 Opbeurende blues
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be