basisvormingstoets
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: basisvormingstoets (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbasɪsˌfɔrmɪŋsˌtuts / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- ba·sis·vor·mings·toets
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basisvorming zn en toets zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basisvormingstoets | basisvormingstoetsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
basisvormingstoets m
- (onderwijs) (geschiedenis) (Nederland) verzameling opgaven in de 14 vakken van de basisvorming om na te gaan in hoeverre een leerling de kerndoelen van de eerste jaren van het voortgezet onderwijs bereikt had
Invoering van deze toets was onderdeel van het onderwijsbeleid aan het eind van de 20e eeuw, maar bleek in de praktijk op teveel bezwaren te stuiten.- Vanaf het schooljaar 2002/2003 kan de verplichte basisvormingstoets worden afgeschaft, zo adviseert de commissie. Na bijna tien jaar dienen de scholen zelf in de gaten hebben wat de bedoeling is van de basisvorming. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'basisvormingstoets' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Niveau toets basisvorming vaak te hoog" (7 mei 1996) op website: volkskrant.nl; geraadpleegd 2019-02-10
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal