basispunt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·sis·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basis en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basispunt | basispunten |
verkleinwoord | basispuntje | basispuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het basispunt o
- (wiskunde) een honderdste deel van een procent/procentpunt, weergegeven met symbool ‱.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord basispunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basispunt" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be