backboard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- back·board
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels, samenstelling van back en board
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | backboard | backboards |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het backboard o
- (sport) het bord achter de korf bij basketball
- De bal stuiterde tegen het backboard en ging alsnog in.
Gangbaarheid
- Het woord 'backboard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.