baaivangen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: baaivangen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- baai·van·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van baai en vangen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
baaivangen |
||
onvolledig |
Werkwoord
baaivangen
- (visserij) de vermetelheid bezitten in een baai te vangen
- (sport) zijn vermetelheid tonen bij het kunstrijden op de schaats [1]
- Voor verre tochten, voor het rijden op vaarten en kanalen, blijft de Friesche schaats onovertroffen, maar voor het rijden op vijvers en banen grijpen wij naar de zoogenaamde kunstschaats. Dan willen wij buitenoverrijden, fleuren en baaivangen, totdat de toeschouwer aarzelt of hij ons: "O mensch!" of "O spiraal!" moet noemen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'baaivangen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ W.F. Margadant 1 feb 1888
blz 39 De Nederlandsche spectator
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Onvolledig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Samengesteld werkwoord zonder vervoeging in het Nederlands
- Visserij in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal