avontuurlijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- avon·tuur·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | avontuurlijk | avontuurlijker | avontuurlijkst |
verbogen | avontuurlijke | avontuurlijkere | avontuurlijkste |
partitief | avontuurlijks | avontuurlijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
avontuurlijk
- graag avonturen willend
- Jij bent echt een avontuurlijk persoon!
- veel onverwachte en spannende situaties opleverend
- Dit is wel een heel avontuurlijke onderneming geworden ...
- Deze geheel verzorgde vakantie kun je moeilijk avontuurlijk noemen.
Gangbaarheid
- Het woord avontuurlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "avontuurlijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be