avance
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- avan·ce
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans avance, in de betekenis van ‘toenaderingspoging’ voor het eerst aangetroffen in 1784 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avance | avances |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- poging tot toenadering
- ▸ Al een paar keer is mij discreet gevraagd: “Zou je er niet voor voelen lid van de ....te worden?” Ik hoor me, schijnt, gevleid te voelen door zo'n avance.[4]
- voorschot
- (verouderd) voordeel, winst
Typische woordcombinaties
- avances maken
toenadering zoeken
Gangbaarheid
- Het woord avance staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "avance" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ avance op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "avance" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Anton van Hooff“Vrijmetselaar is volwassen padvinder” (1 november 1995) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
avanzar |
avance
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Spaans