autoclaaf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·claaf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘papiniaanse pot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord autoclaaf autoclaven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de autoclaafv / m

  1. (natuurkunde), (techniek) afgesloten drukvat voor sterilisatie met damp onder hoge druk en temperatuur
    • De optimale samenstelling van stoom in een autoclaaf is 3% vloeibaar en 97% gas. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen