autoclaaf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·claaf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘papiniaanse pot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autoclaaf | autoclaven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (natuurkunde), (techniek) afgesloten drukvat voor sterilisatie met damp onder hoge druk en temperatuur
- De optimale samenstelling van stoom in een autoclaaf is 3% vloeibaar en 97% gas. [3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord autoclaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "autoclaaf" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "autoclaaf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ autoclaaf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Wat is een autoclaaf en hoe werkt het?, Medisch Netwerk, 23 januari 2019
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be