attitude
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- at·ti·tu·de
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘houding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1735 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | attitude | attitudes, attituden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
attitude v
- een houding; een denkwijze; een opstelling
Vertalingen
1. houding
Gangbaarheid
- Het woord attitude staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "attitude" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
attitude | attitudes |
Zelfstandig naamwoord
attitude
- attitude v; een houding; een denkwijze; een opstelling.
Frans
Zelfstandig naamwoord
attitude
- attitude v; een houding; een denkwijze; een opstelling.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 8
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 8
- Zelfstandig naamwoord in het Frans