assurantiepremie
- as·su·ran·tie·pre·mie
- samenstelling van assurantie en premie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assurantiepremie | assurantiepremies |
verkleinwoord | assurantiepremietje | assurantiepremietjes |
- de premie die periodiek moet worden betaald voor de verzekering aan de verzekeraar
- Het woord 'assurantiepremie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.