architecte
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: architecte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ar·chi·tec·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | architecte | architectes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
architecte v
- (beroep) (kunst), (bouwkunde) een vrouwelijke architect
- De vrouwelijke architecte ontwierp vooral heel praktische en weinig imponerende gebouwen.
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van architect
Gangbaarheid
- Het woord architecte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.