archiefgebouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·chief·ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord archiefgebouw archiefgebouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het archiefgebouwo [1]

  1. gebouw waarin een archief of administratie wordt bewaard
     De Franse bijdrage brengt de totale donaties aan het fonds op 97 miljoen euro. De Europese Commissie heeft vier miljoen euro gedoneerd voor het behoud van de vrouwenbarakken. Daarnaast wordt de beveiliging van het archiefgebouw verbeterd, de database uitgebreid en de tentoonstelling van de bagage van gevangenen gemoderniseerd. Het herdenkingscentrum hoopt nog 23 miljoen op te halen.[2]
Verwante begrippen


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Frankrijk geeft 5 miljoen aan Auschwitz voor barakken, gaskamers en bezittingen” (27-12-2011), Tubantia