arbeidstherapeut
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·the·ra·peut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidstherapeut | arbeidstherapeuten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de arbeidstherapeut m
- (medisch) (beroep) iemand die beroepsmatig arbeidstherapie toepast
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord arbeidstherapeut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.