arbeidsrust

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·rust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsrust
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de arbeidsrustv / m

  1. het afwezig zijn van stakingen en andere acties van werkenden om betere arbeidsvoorwaarden te verwerven
     Over de opmerkingen over de inflexibele arbeidsmarkt zegt de minister dat die kritiek al veel langer speelt. "Maar wij hebben in Nederland cao's; dat geeft aan de ene kant inflexibiliteit, aan de andere kant geeft dat wel arbeidsrust en dat is een positief punt."[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Nederland in top-5 van concurrerendste economieën” (Woensdag 30 september 2015, 06:34), NOS