antinomie
Uiterlijk
- an·ti·no·mie
- met het voorvoegsel anti- en met het achtervoegsel -nomie [1]
- afgeleid van antinoom met het achtervoegsel -ie
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | antinomie | antinomieën |
| verkleinwoord | - | - |
- werkelijke of schijnbare tegenstrijdigheid tussen twee oordelen of uitspraken, twee dingen die allebei logisch lijken, maar niet tegelijk waar kunnen zijn
- Het woord antinomie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "antinomie" herkend door:
| 28 % | van de Nederlanders; |
| 32 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ antinomie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel anti- in het Nederlands
- Achtervoegsel -nomie in het Nederlands
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 28 %
- Prevalentie Vlaanderen 32 %