anjelier
Uiterlijk
- an·je·lier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anjelier | anjelieren |
verkleinwoord | anjeliertje | anjeliertjes |
- besanjelier, bosanjelier, grasanjelier, pinksteranjelier, steenanjelier, tuinanjelier, veldanjelier, zeeanjelier
- Het woord anjelier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anjelier" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ anjelier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be