Naar inhoud springen

anaal

Uit WikiWoordenboek
  • anaal
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘m.b.t. de anus’ voor het eerst aangetroffen in 1923 [1]
  • afgeleid van anus met het achtervoegsel -aal [2]
stellend
onverbogen anaal
verbogen anale
partitief anaals

anaal

  1. (medisch) met betrekking tot de darmuitgang van de mens
     Een majoor zal tegen me zeggen: 'Je moet één ding weten, we zijn anaal ingesteld.[3]
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]