allergisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: allergisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- al·ler·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | allergisch | allergischer | |
verbogen | allergische | allergischere | |
partitief | allergisch | allergischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
allergisch
- (medisch) overgevoelig
- Hij is allergisch voor zuivelprodcuten.
- (medisch) van overgevoeligheid getuigend
- Een allergische reactie op medicijnen.
- (figuurlijk) afkerig, wars
- Ik ben allergisch voor dit gedrag.
Vertalingen
1. overgevoelig
Gangbaarheid
- Het woord allergisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "allergisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -isch in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %