alleenhandel
Uiterlijk
- al·leen·han·del
- samenstelling van alleen zn en handel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alleenhandel | |
verkleinwoord |
- (handel) het recht om een bepaalde handel te drijven terwijl alle anderen dat niet mogen
- Het woord alleenhandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.