alcoholist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·co·ho·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alcoholist alcoholisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de alcoholistm

  1. (medisch) iemand die lijdt onder een verslaving aan ethanol
    • Hij was een alcoholist, maar hij wist zich de rest van zijn leven nuchter te houden. 
     Als ik niet beter zou weten, dan schaarde ik je bij de club van stiekeme sherryhappers. ’Ze scharrelde wat met haar hand tussen de vleeswaren. ‘Van die eenzame alcoholisten, weet je wel. ’Chantal grinnikte.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. alcoholist op website: Etymologiebank.nl
  2. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be