akter

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ak·ter
Naar frequentie 2559

Bijwoord

akter

  1. (scheepvaart) achter
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • til akters
naar achteren; terug

Werkwoord

akter

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van akte

Zelfstandig naamwoord

[A]: akter

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van akt

Zelfstandig naamwoord

[B]: akter

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van akt

Zelfstandig naamwoord

[C]: akter

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van akt


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ak·ter

Bijwoord

akter

  1. (scheepvaart) achter
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • til akters
naar achteren; terug

Zelfstandig naamwoord

[A]: akter

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van akt

Zelfstandig naamwoord

[B]: akter

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van akt