afstoting
Uiterlijk
- af·sto·ting
- Naamwoord van handeling van afstoten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afstoting | afstotingen |
verkleinwoord | afstotinkje | afstotinkjes |
de afstoting v
- (natuurkunde) een kracht die twee voorwerpen zich van elkaar doet verwijderen
- Wanneer twee magnetische noordpolen bij elkaar in de buurt komen heeft dat afstoting ten gevolge.
- (medisch) een proces van vernietiging waaraan een lichaamsvreemd voorwerp door het immuunsysteem onderworpen wordt
- (biologie) proces van laten sterven van iets dat ergens in leeft
- ▸ Hittestress leidt tot afstoting van algen die het koraal van voedingsstoffen voorzien en het koraal kleur geven. Als de verbleking te lang duurt, sterft het koraal af.[1]
- Het woord afstoting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afstoting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Meer dan 80 procent van koraalriffen lijdt onder hittestress, mogelijk onherstelbaar” (23 april 2025), NOS
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %